
Edelherten
Het edelhert is een van de bekendste soort van de hertachtige.
Het gewei
Het gewei begint te groeien aan het einde van de lente of begin zomer en groeit de hele zomer door. Dit zogenaamde bastgewei bestaat uit levend en zacht weefsel. Tijdens de groei is het gewei zeer gevoelig. Als het gewei in juli is volgroeid (kan tot wel 15 kilo wegen!) begint het af te sterven. Het gewei verhardt en het fluwelige vel eromheen gaat dood en laat los. De franjes, die zo ontstaan, beginnen te jeuken. En het "vegen van het gewei" begint.
De herten schuren veelvuldig tegen palen, struiken of bomen om de vellen kwijt te raken. Met het schone en keiharde gewei zijn ze klaar voor de jaarlijkse bronstijd.
Bronsttijd
Edelherten zijn vrij schuwe dieren. Meestal worden ze in de avond actief. Maar als de herfst begint wordt dat anders. De mannetjes laten luide liefdeskreten horen, burlen genaamd. Ze lokken hiermee de hinden en laten de andere mannetjes weten dat ze niets meer met hen te maken willen hebben. Tijdens de bronst bakenen de herten hun territorium af met een geurende vloeistof. Vanwege de drukke bezigheden stoppen de herten tijdens de bronst bijna met eten waardoor ze veel lichaamsgewicht verliezen.
De kalfjes

De vacht van de kalfjes is gevlekt. De vlekken verdwijnen na 3 a 4 maanden. De eerste dagen blijft het kalfje alleen en stil in het gras liggen. Na een paar dagen loopt het kalf met de moeder tussen het roedel.